Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar Mozes zeide tot de kinderen van Gad en tot de kinderen van Ruben: [4]Zullen uw broeders ten strijde gaan, en zult gijlieden hier blijven? 4. Mozes weigert niet alleen dit land hun ten erve te geven, alzo het Israel van God ook ten erve gegeven was, Deut.2:12,31, maar bestraft hen scherpelijk, dat zij zich van hun broeders wilden afzonderen en tot rust begeven, latende die alleen ten strijde gaan; hetwelk hun niet betaamde, en ergernis, als ook versaagdheid, bij hun medebroeders veroorzaken, en het voltrekken van Gods beloften [zoveel in hen was] zou verachteren, gelijk in het volgende verklaard wordt.